- punt
- {{punt}}{{/term}}I 〈het, de〉1 point 〈m.〉♦voorbeelden:1 een punt van discussie • un point de discussioneen punt van overeenkomst • un point communeen punt van overweging • un sujet de réflexionhet dode punt • le point morthet kritieke punt • le point critiqueéén van de mooiste punten van ons land • un des plus beaux endroits de notre payseen teer punt aanroeren • toucher un point sensiblezijn zwakke punt • son point faiblepunten sparen • garder des timbres-primeergens een punt achter zetten • mettre le point final à qc.punt, uit! • un point c'est tout!〈sport en spel〉 op punten winnen • gagner aux pointsop het punt staan iets te gaan doen • être sur le point de faire qc.〈beurswezen〉 de aandelen X zijn drie punten gestegen • les actions X ont gagné trois points en BourseII 〈het〉1 [zaak van gewicht] problème 〈m.〉♦voorbeelden:1 ergens een punt van maken • faire toute une affaire de qc.punt voor punt • point par pointgeen punt! • pas de problème!III 〈de〉1 [puntig uiteinde] pointe 〈v.〉♦voorbeelden:1 wij voeren om de punt van Afrika heen • nous avons contourné la pointe de l'Afriquede punt van een potlood • la pointe d'un crayoneen punt van de taart • un morceau de tartede punt van de tafel • le coin de la table〈figuurlijk〉 ergens een punt aan kletsen • s'en tirer par de belles paroles〈figuurlijk〉 je kunt er een punt aan zuigen • prends-en de la grainehij zat op de punt, het puntje van zijn stoel • 〈letterlijk〉 il était assis à l'extrémité de sa chaise; 〈figuurlijk〉 il était tout ouïe
Deens-Russisch woordenboek. 2015.